‘Ik was een oudere student Geschiedenis, die al een carrière van 31 jaar in het onderwijs achter de rug had. Tijdens mijn loopbaan in het onderwijs onderhield ik twee historische websites en wilde ik eigenlijk wel geschiedenis gaan studeren. Ik besloot in deeltijd te beginnen met de bachelor Geschiedenis. Maar deeltijd is eigenlijk alleen mogelijk is als je geen deeltijdbaan ernaast hebt. De wisselende roosters van je studie maken het inplannen van je andere werk erg lastig. Uiteindelijk kreeg ik steeds meer plezier in de studie en heb ik besloten om een jaartje voltijd te gaan studeren. Het zijn er zeven geworden, ik heb de master Geschiedenis én de master Hebrew and Jewish Studies afgerond.’  

Zijn je verwachtingen uitgekomen? 

‘Ik wilde een betere historicus worden, ik was een amateur. Ik heb op de UvA mijn passie gevonden en al verdien ik als zzp’er nu veel minder dan toen ik nog adjunct-directeur in het onderwijs was. Maar het onderwijs begon te veel routine te worden, en nu werk ik in mijn nieuwe passie. Ik heb stage gelopen bij het nieuwe Holocaust Museum, deel van het Joods Cultureel Kwartier in Amsterdam. Daar mocht ik een mooi onderzoek doen. Mijn onderzoeksvaardigheden zijn daar verder verbeterd.’ 

Hoe heb je je georiënteerd op de arbeidsmarkt? 

‘Ik heb gesolliciteerd op banen waar ik als historicus kan werken. Onderzoek, musea, eventueel publieksfuncties in een museum. Helaas heb ik tot nu toe gemerkt dat mijn leeftijd niet positief meetelt. Ik werk nu ook als zzp’er en doe tal van kleine onderzoeken. Dat is anders dan ik hoopte en verwachtte, maar dit geeft me veel vrijheid en ik constateer de laatste tijd dat mijn werkweken vol raken met veel afwisselende onderzoeken en andere activiteiten. Mijn grootste bijdrage aan de maatschappij is het werk dat ik doe voor twee websites, www.joodsamsterdam.nl en www.joodserfgoedrotterdam.nl. De sites bestaan sinds 2007 en ik merk dat ik na mijn opleiding een betere onderzoeker ben geworden. Na de studie heb ik de sites meer kunnen professionaliseren, ook qua organisatie, en ervoor kunnen zorgen dat ze ook in de verre toekomst behouden kunnen worden. Ik doe dagelijks archiefonderzoek. Tijdens de opleiding hebben we overigens ook veel archieven bezocht.’ 

Wat wil je toekomstige studenten meegeven? 

‘Het is gewoon een prachtige opleiding. Je leert kritisch en analytisch denken en dat is op veel gebieden bruikbaar en nodig. Het leren benaderen van een probleem vanuit verschillende visies is ook een absoluut pluspunt in de huidige maatschappij. In deze opleiding leer je dat zeker. Ik zou toekomstige studenten die nog twijfelen willen zeggen: zoek niet naar de punten die je niet verder brengen, maar kijk iedere keer naar wat de opleiding je leert en brengt. En kijk ook naar jezelf, hoe jij in dit vak groeit, hoe je verandert en hoe je steeds wetenschappelijker leert denken.’

En wat zul je nooit vergeten? 

‘Het vak wetenschapsfilosofie. Ik dacht dat het niets voor mij was. Tot de theorie van Marx. Toen begon ik het te begrijpen en haalde ik het vak in één keer, met de hakken over de sloot. Daar was ik heel blij mee. En het vak Grieken en Romeinen, in het begin van de bachelor. Ik vond het een prachtvak, maar ik kreeg het maar niet onder de knie. Tot de docent bij een inzage één ding zei. “Het vak heet Grieken en Romeinen, Rob.” Daarna haalde ik het wel.’