‘Ik ben begonnen op de Universiteit Utrecht met een bachelor Geschiedenis en een bachelor Filosofie. Bijna al mijn medestudenten gingen de master Internationale betrekkingen doen, maar ik wilde wat anders. Ik was altijd al heel erg geïnteresseerd in Duitsland en van mening dat Europese geschiedenis niet goed te begrijpen is zonder naar Duitsland te kijken. Ook had ik positieve geluiden gehoord over de master Duitslandstudies aan de UvA. Vooral over de excursies naar Berlijn en Jena gingen goede verhalen. Ik koos vol overtuiging voor Duitslandstudies en heb nooit spijt gehad.
Ondanks dat ik al wat jaren student was heb ik pas op de UvA echt geleerd om goed te schrijven. We kregen heel veel feedback en er werd op gehamerd dat de eerste zin van een werkstuk al meteen goed moest zijn. De mooiste herinneringen heb ik aan de reizen die we met elkaar maakten. Als studentengroep hadden we een heel fijne dynamiek, iedereen was gezellig en betrokken. Dat gaf een heel andere dimensie aan de studie.
Na mijn master aan de UvA ben ik naar de Friedrich-Schiller-Universität in Jena gegaan om nog een tweede master te volgen. Daarna heb ik aan de Ludwig-Maximilians-Universität in München nog mijn PhD in hedendaagse geschiedenis behaald. Inmiddels werk ik bij de Universiteit Leiden als docent en onderzoeker geschiedenis. Duitslandstudies heeft echt de deur geopend voor mijn wetenschappelijke loopbaan, zonder dat had ik nooit ontdekt hoe interessant dit is. De combinatie lesgeven, onderzoek doen en studenten daarbij betrekken vind ik het leukste. Ik hoop dan ook nog jaren in Leiden te blijven, wat vastigheid zou fijn zijn, maar dat is niet vanzelfsprekend in dit vakgebied.
Terugkijkend had ik wel stage willen lopen. Als je na je studie aan het werk wil in het bedrijfsleven of de politiek dan pleit een stage echt in je voordeel. Ik raad het nu mijn eigen studenten ook altijd aan. Ambieer je een wetenschappelijke carrière dan kun je het beste ook zorgen dat je internationale ervaring hebt. Wat ik mijn studenten vooral wil meegeven is dat ze niet alles klakkeloos overnemen van wat ik als docent zeg, maar dat ze zelf kritisch leren denken zodat ze met een scherp oog naar de wereld kunnen kijken.’